Een kippige kwestie
Tijdens het schrijven van De betovering van de toren stuitte ik op een niet alledaags probleem.
Mijn probleem was een kip. Hoe klinkt een kip? Geen geringe uitdaging, als je bedenkt dat ‘tok-tok’ zo’n beetje het enige algemeen geaccepteerde kippengeluid is en ik geen alinea’s vol met ‘tok-tok’ kon neerpennen (of -typen, in mijn geval).
Een hennetje dat zich laat horen tijdens het passeren van het kippenhok is geen probleem. Een simpele ‘tok-tok’ is genoeg.
Maar in desbetreffende scène ging het om een ontsnapt dier; een kip die achterna wordt gezeten en die geenszins van plan is haar vrijheid op te geven. Welk geluid is dan passend? Ik wist het niet. In het begin zou ‘tok-tok’ nog wel volstaan, maar wanneer de achtervolging eenmaal is ingezet, kakelt het beestje wel anders.
(Even terzijde: natuurlijk had ik de kip ook gewoon kunnen laten gaan. Dan had ik het probleem helemaal omzeild. Maar het betrof hier de lievelingskip van Lena, mijn hoofdpersoon. Een beestje dat met zoveel toewijding en liefde is grootgebracht, kon ik toch niet zomaar van de aardbodem laten verdwijnen?)
Stresskip
Het probleem bleef, totdat mijn buren – zich volledig onbewust van hun inmenging – met een oplossing kwamen. Er kwam een kippenhok in hun tuin te staan, met vier mooie, bruine hennetjes. Onmiskenbare familieleden van mijn probleemkip.
De kat van onze àndere buren had daar een beetje moeite mee (die heeft sowieso nogal moeite met grenzen). Binnen no-time kwam hij poolshoogte nemen bij het nieuwe kippenhok en hoor daar: het geluid dat ik nodig had: viervoudig gestreste kip, kakelend op vol vermogen.
Het duurde even voordat datgene wat ik precies hoorde in woorden was beschreven, maar uiteindelijk lukte het. Het benodigde werkwoord bestond natuurlijk al, ik moest die alleen nog even ontdekken.
Wat ervan geworden is, valt te lezen in De betovering van de toren. Net als het onfortuinlijke lot van de ontsnapte kip… 😉