Natuurlijk is het naïef om te denken dat een boek zichzelf wel verkoopt en dat de schrijver aan alle aandacht ontkomt, maar ik kon mij jaren geleden al niets voorstellen bij het hele promotiegebeuren rond een boek. Het product moet in de belangstelling staan, niet de maker. Door ervaring ben ik er inmiddels achter dat die twee zaken niet van elkaar te scheiden zijn. En steeds wanneer ik me dat realiseer, komt die ene blunder weer bovendrijven.
Wie het laatst lacht…
Zo was ik ooit, een paar maanden na het uitkomen van mijn eerste (strip)boek, samen met de medeauteur ervan, uitgenodigd voor een lunch met de uitgever. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik zeer vereerd was, al voelde ik me vrij snel niet meer op mijn gemak. Op het moment dat hij ons ‘bestsellerauteurs’ noemde, verslikte ik me prompt in mijn colaatje. Ik had al moeite met de benaming ‘auteur’, laat staan met het eerste deel van het woord. Gelukkig was ik niet de enige aan tafel die er lacherig over deed. De situatie werd pas echt onwerkelijk toen de uitgever mij een toekomstbeeld voorschotelde waarbij ik boeken zou gaan signeren!
Zijn voorstel maakte me sprakeloos. Hij had net zo goed kunnen zeggen dat hij een dinosaurus als huisdier had, zo onvoorstelbaar en onmogelijk klonk het in mijn oren.
Wat volgde, was een van de meest gênante momenten van mijn leven en geloof me, ik ben er niet trots op. Ik vond het zo’n doldwaas idee – wie zit er in hemelsnaam te wachten op míjn handtekening? – dat ik hem vierkant in zijn gezicht uitlachte. Het kon immers niet anders dan dat hij een grapje maakte. Zijn verblufte gezichtsuitdrukking zie ik nog steeds voor me wanneer ik aan dat moment denk.
Het gebeurde precies twaalf jaar geleden.
Toentertijd dacht ik: die man is compleet gestoord. In de jaren erna dacht ik: hij bedoelde het goed.
Nu denk ik: hij had helemaal gelijk.
De beste (pro)motor van je boek
Marketing en promotie zijn onlosmakelijk verbonden met de schrijver. Nu pas snap ik het. Want als de schrijver niet in de potentie van het boek gelooft, wie dan wel?
Toch is het ingewikkelder dan dat. Er zijn legio auteurs die ervan overtuigd zijn dat ze een goed product hebben afgeleverd. Maar op het moment dat er kansen worden geboden om hun boek te promoten, komt het ook aan op het geloof dat een persoon heeft in zichzelf. En twaalf jaar geleden struikelde ik over precies dat stukje zelfvertrouwen, of liever gezegd: het gebrek eraan.
Ik ben namelijk niet zo goed in face-to-face contact met anderen. Zo, dat is eruit. De afgelopen twee jaar heeft de noodzaak om promotie te doen voor mijn boeken me onder de spreekwoordelijke platte steen vandaan getrokken. En ja, dat is af en toe ronduit eng.
Gelukkig hebben we internet en e-mail en lekker veilig achter de computer gaat het wel prima met dat zelfvertrouwen van mij. Natuurlijk heb ik het allemaal moeten leren, maar tegenwoordig zie ik het als een leuke uitdaging: contact leggen met boekbloggers, schrijven van blogs en nieuwsbrieven en meedoen aan schrijfwedstrijden. Al was dat laatste best even een stap, omdat je met je inzending ook een stukje van jezelf onder de aandacht brengt. En dat is nu net dat stukje dat zo oncomfortabel aanvoelt.
To the stars… and beyond!
Een stuk spannender werd het toen ik op een dag een uitnodiging ontving voor een podcast. Op dat moment lag de proefdruk van Op afstand verbonden voor mijn neus, die ik een paar minuten eerder had ontvangen. Die had blijkbaar een betoverend effect op mij, want vreemd genoeg zei ik meteen ja. Het stemmetje in mijn hoofd dat begon te schreeuwen ‘Dan horen mensen je stem!’ en ‘Je gaat geheid verkeerde dingen zeggen!’ verstomde tijdens het lezen van de proefdruk. Twijfelde ik over wat ik geschreven had? Nee. Twijfelde ik over de inhoud van De Betovering van de Toren en Euphorbia? Nee.
Waarom was meedoen aan de podcast in mijn ogen dan zo griezelig?
O, ik kan een heel lijstje opgeven met argumenten hiervoor, maar het is een mooi voorbeeld van hoe het geloof in eigen kunnen kan afstralen op het geloof in eigen zijn. Dat klinkt een beetje krom, maar wat ik hiermee uiteraard bedoel, is het geloven in jezelf. Het sleutelwoord was voorbereiding. Een voorbereiding die volledig tenietgedaan werd tijdens het enorm gezellige gesprek, dat voornamelijk over autisme ging (autisme heeft nu eenmaal een grote vinger in de pap bij mijn beslissing om te gaan schrijven) en dat je hier kunt beluisteren. Het was een onverwacht leuke ervaring, die ervoor heeft gezorgd dat ik ook ja heb gezegd toen, na het winnen van een schrijfwedstrijd, een volgende uitdaging zich aandiende: het voorlezen uit eigen werk.
Wacht even… Voorlezen… ík?
Dat betekent dat mensen me niet alleen horen,
dan krijgen ze me ook te zien!
Je ziet het. Het grootste struikelblok voor mijn boeken? Het is dat verschrikkelijke, zeurende stemmetje in mijn hoofd.